"Het vervelende is dat niemand een precieze oorzaak aan kon wijzen. Na vijf jaar met Henk was ik hem gewoon zat. Ik irriteerde me aan alles wat ie deed. Hij op zijn beurt begreep er helemaal niets van. ‘Ik ben toch niets veranderd?’ vroeg hij me vaak. Nee, maar misschien was dat ook het probleem wel. Hij groeide niet. Toen we elkaar leerden kennen was hij achttien en ik zestien. Maar op mijn 22e voelde ik me alsof ik hem moest bemoederen. En dat stond me tegen..."
(Brenda, 24, kleuterleidster)
|
|
|
|
|
|
|