Het Sprookje van de Bonte Muis...

Eens, nog niet zo lang geleden en nog veel minder ver weg, leefde er een Muizengemeenschap onder de Tafelberg. Die berg werd zo genoemd omdat ie verrekt veel op een tafel leek: Poot op elke hoek, blad bovenop, je kent dat wel als je het vanuit de ooghoek van een muis bekijkt.

Op dat blad lag Muizenluilekkerland: Kaas, noten, Bokma, noem maar op. Maar omdat het blad zo hoog lag was dat land voor onze grijze muizen onbereikbaar. Ze konden er verlekkerd naar kijken, er over dromen, maar er daadwerkelijk AAN zitten... Ho maar...

Tot er op een dag in die grijze muizenbende een bonte muis werd geboren. Ze was wit met rode, zwarte en gele vlekken. Vanaf het begin af aan werd er een beetje vreemd tegen die Bonte aangekeken want ja, grijs was nou eenmaal de mode en zou dat ook altijd blijven.

En dat die Bonte een onaangepast ding was bewees ze van begin af aan: Jawel, ze zocht en vond een schat van een Grijze Muizenman, trouwde met hem en kreeg pakkumbeet 10.000 kindertjes maar er knaagde toch iets.

Muizen eigen, zou je zeggen, maar nee, het was die Tafelberg. Al die heerlijkheden, die kaas, die toastjes, die Glenfiddich van 12 jaar oud...

"Piepels en andere Muizen", zei de Bonte op een dag, "Ik ga die berg beklim!"
(Haar voorouders kwamen oorspronkelijk uit Afrika)

De rest van de Grijze Muizen keken elkaar aan en zeiden in gedachten - da's lekker safe - "Mens is gestoord. Maar ja, dat was ze altijd al. Bont is ze en bont zal ze blijven."

"Piepels en andere Muizen," zei de bonte weer, "Ik ga de ladder uitvinden!"

Ja DAT was pas echt gillen! De ladder was al honderd keer uitgevonden en elke keer was de bewuste Grijze Muis weer op z'n bek geflikkerd. Maar dan moet je ook eerst de spijkers uitvinden om de ladder bij elkaar te houden...

Echter, door de geschiedenis wijs geworden en na door ervaring verscheidene keren op haar bek te zijn gegaan, vond de Bonte Muis EERST de spijkers uit en daarna de ladder. Vanwege angst voor de gevolgen was er echter niemand die met haar mee wilde gaan, toen ze de wankele constructie tegen de Tafelberg parkeerde en zo klauterde ons Bontje in haar enkele eentje tegen de lange ladder op, het verbouwereerd toekijkende Grijze Muizenvolk steeds verder achter zich latend tot ze uit het zicht verdween.

Na een allejezus lange klim bereikte ze de top en zie, alles was daar: Kaas, noten, toastje en een verrekte goeie Moët en Chandon, net van onder de kurk, licht gekoeld en dus best wel lekker.

Helaas, juist op het moment dat ze zich vol overgave aan al deze lekkernijen over wilde geven sprong er een duister figuur vanachter een homp Emmenthaler. In een ommezientje had hij haar polsen met stalen handboeien op haar rug geketend en daar stond ze dan, alleen nog maar in staat om de zoete geuren van alle heerlijkheden op te snuiven...

"Ik wil, ik wil, ik wil..." mompelde de Bonte, wanhopig om zich heen kijkend.
Hij grinnikte, greep haar haardos stevig beet en tongde haar zoals ze nog nooit getongd was.

"Jij wilt veel!" constateerde hij.

"Dit alles!" bracht ze uit, hunkerend om zich heen kijkend.

"Dan moet je met mij mee gaan," zei de ander, zijn hand uit stekend: "Vergeet de Grijzen, vergeet je verleden. Maar het betekent wel dat je voortaan van mij bent!"

Ze keek nog een keertje aarzelend omlaag naar waar de treden van de wankele ladder in de diepte verdwenen; "En m'n kindertjes dan?"
"Je k... Hoeveel zijn het er?"
"Tienduizend ongeveer..."
Hij keek schattend naar de inhoud van het tafelblad en haalde toen zijn schouders op: "Laat maar komen dan. Plaats genoeg!"

En de moraal van dit verhaal? Geen notie, maar het was wel weer eens leuk om zomaar wat te schrijven...


Frodo




Laatste wijziging: 11-03-2010. ©Wandering Spirits