Met een zware slag die nog een tijd lang nagalmde in de holle gangen er achter, sloeg de enorme deur van de Dartmoor gevangenis dicht. Mark Hamill knipperde met zijn ogen tegen het felle zonlicht dat hij de afgelopen twee jaar alleen maar door een getralied venster had gezien, of boven de muren van de luchtplaats. Nu leek de muurloze ruimte om hem heen bijna eindeloos.
Er was geen bus of taxi te bekennen, maar een paar honderd meter verderop stond een telefooncel, dus tilde Mark het kleine reiskoffertje op en zette er stevig de pas in, blij dat hij eens een eind kon lopen zónder iemand tegen te komen. Hoewel, van de andere kant naderde een witte bestelwagen waarvan de chauffeur de koplampen liet knipperen. Hij sloeg er nauwelijks acht op - dat zou wel niet voor hem bedoeld zijn. Niemand wist dat hij vandaag vrij zou komen. Toch minderde de auto vaart, passeerde hem en keerde dan om. RRC stond er in sierlijke ghotische letters op de zijkant, en daaronder: Royal Roydon Society, Castle Roydon, Huddlesfield.
Ietwat verbaasd hield Mark zijn pas in toen de wagen naast hem stopte. De chauffeur wenkte hem, wees op de lege voorbank naast zich. "Lift nodig?" informeerde de man toen Mark het portier geopend had. Zonder iets te zeggen, nam Mark plaats en de wagen reed weg. Hij wist niet eens waarheen en het interesseerde hem ook niet - als het maar bij die vermaledijde gevangenis vandaan was.
De chauffeur bleek een zwijgzaam type dat in de twee uur dat ze over de snelweg reden geen mond open deed. Pas toen hij een wat verlaten parkeerterreintje opdraaide, verbrak hij de stilte: "Zo meneer Hamill, tijd voor een babbel!"
Mark schrok. De ander zag het en grijnsde: "Ja, ik weet alles al van je. Ik was daar niet toevallig. Ik heb een baantje voor je - en toen Mark onmiddellijk nee schudde - Neenee, niet wat jij denkt. Maar ik heb zo het idee dat het je wel zal interesseren. Kom es mee?"
Ze liepen naar de achterkant van de wagen waar de chauffeur, na even snel om zich heen gekeken te hebben, een van de portieren opende en Mark gebaarde om naar binnen te gaan. Toen het portier weer dichtsloeg, floepten er een aantal kleine lampjes aan die de raamloze ruimte schaars verlichtte. Het enige wat er in de laadruimte stond, was een aluminium kist van twee meter lang en ongeveer 'n meter hoog en breed. Er klonk een zacht gezoem dat hij niet thuis kon brengen.
Omdat er verder niets gebeurde, begreep Mark dat hij de kist zou moeten openen om hier iets wijzer van te worden. Na enig zoeken wist hij de sluitingen van het deksel te vinden dat naar een kant open scharnierde. De adem stokte hem in de keel...
Eerst dacht hij met een lijk van doen te hebben tot hij de borsten van het poedelnaakte meisje zachtjes op en neer zag gaan. Ze lag met brede, canvas banden aan de bodem van de gewatteerde kist bevestigd, een zuurstofmasker op haar mooie gezichtje, twee infuzen in haar armen en een catheter in het onthaarde spleetje tussen haar dijen. Ze was mooi, bloedmooi in haar bewusteloosheid. Zo weerloos ook. Mark merkte dat zijn hand trilde, toen hij zijn vingers voorzichtig over een van de fiere borstjes liet glijden...
"Leuk speelgoed he?" hij had niet eens gemerkt dat de chauffeur inmiddels ook de laadruimte binnen gekomen was en trok geschrokken zijn hand terug. "En er is nog veel meer waar zij naartoe gaat. Nog steeds niet geïnteresseerd?"
Mark grinnikte. "OK, ik doe mee. Maar wat verwachten jullie van me?"
"Oplettendheid, toewijding en geheimhouding - in die volgorde. Kom mee, we hebben nog een flinke rit voor de boeg!"
-/-
Een paar uur later keek Mark grinnikend om zich heen: weer een cel als woonruimte. Deze had zelfs geen venster zoals die in Dartmoor, maar was wel een stuk luxueuzer: Enkeldikke, zwarte vloerbedekking, witte, ruwgepleisterde wanden die boven zijn hoofd in een koepelvormig plafond samen kwamen. Een kleine, ruwhouten eettafel met twee bijpassende stoelen, twee prijzig uitziende leren fauteuils, een TV-meubel met DVD-speler en achter een deur verderop ontdekte hij zelfs een kleine badkamer die van alle gemakken voorzien was. Naast het slaapgedeelte (met king size bed) stond 'n enorme kledingkast. Van de ene verbazing in de andere vallend, bekeek hij de rijen zwepen die aan de binnenkant van de ene deur hingen. Wat was hier toch gaande?
"Meneer Hamill?" klonk een zacht stemmetje achter hem. Omkijkend ontwaardde hij een jong meisje dat een serveerwagentje zijn verblijf binnen rolde. Ze was blootsvoets. Het voddige, met zwarte vegen besmeurde linnen jurkje dat ze droeg reikte net tot over haar kruis. Om haar hals zat een brede, leren halsband met daarop een metalen plaatje waarin een nummer gestansd was. "Uw eten meneer Hamill," zei ze, een aantal borden, een karaf rode wijn en een aarden beker op de eettafel plaatsend. Heeft U er bezwaar tegen dat ik uw kleding opberg terwijl u eet of moet ik later even terugkomen?"
"Nee, ga je gang maar," zei Mark terwijl hij zelf plaatsnam. Het eten rook fantastisch, maar de aanwezigheid van het meisje leidde hem behoorlijk af. Vooral toen ze omhoog reikte om de zwarte overhemden en broeken aan de kledinghaakjes te hangen en het vod om haar lijf langs haar naakte billen omhoog schoof.
"Kom eens hier," zei Mark. Ze keek geschrokken op maar gehoorzaamde. Zodra hij echter zijn hand op haar achterwerk legde deinsde ze achteruit: "Laat dat! Daar ben ik niet van gediend!"
Mark haalde zijn schouders op: Hij had het idee dat hij zijn portie nog wel zou krijgen...
Ze hing de rest van de kleding op en maakte net aanstalten om te vertekken, toen Mark de envelop ontdekte die half onder een van de borden geschoven was. Ze bevatte een brief die in sierlijk handschrift geschreven was:
"Beste Mijnheer Hamill,
Allereerst welkom hier. U krijgt morgenochtend een persoonlijke begeleider toegewezen, die U wegwijs zal maken binnen deze afdeling van onze organisatie. Geniet U tot die tijd van Uw diner en uiteraard ook van Uw nachtslavin - ze staat volledig tot Uw beschikking. Mocht U van haar tegenwerking ondervinden, dan staat het U vrij haar af te straffen met het materiaal dat U in Uw kledingkast vindt. Verder hoop ik U binnenkort ook persoonlijk welkom te heten. Ik wens U een prettige werktijd en een langdurige samenwerking.
Hoogachtend,
William Forrest, Commandeur
The Royal Roydon Society"
Net op dat moment sloeg de kamerdeur dicht: Het meisje was stilletjes vertrokken...
Vloekend schoof hij zijn stoel naar achteren en holde de gang op. Even verderop hield het meisje geschrokken haar pas in, wetend dat ze betrapt was.
"Jij kleine sloerie!" siste Mark, "Mij een beetje in de maling nemen? Méé jij!" en hij sleurde haar letterlijk aan haar haren terug de kamer in. Ze gilde protesterend maar durfde niet tegen te spartelen, ook niet toen hij het rafelige jurkje van haar lijf scheurde en haar op het bed smeet. In de kast vond hij een stevige, met leer beklede lat en een aantal leren riemen waarmee hij haar polsen en enkels aan elkaar bond. Vervolgens begon hij op haar billen in te slaan; Niet blindelings maar geconcentreerd, er zorg voor dragend dat de lat telkens weer op een andere plek terecht kwam zodat haar pronte billen al gauw egaal rood kleurden. Ze piepte en krijste, maar het was aan dovemansoren gericht: Eenmaal tevreden met zijn werk trok Mark een soepele cane uit de voorraad. Bij de eerste mep, dwars over haar billen, zette het meisje het op een brullen.
Mark hoorde haar nauwelijks. Hij bleef uithalen en liet de cane keer op keer keihard neerdalen, zodat zich een netwerk van striemen op haar huid begon af te tekenen. Toen smeet hij het slagwapen bijna achteloos terug in de kast en maakte haar los. Ze bleef doodstil liggen, af en toe zacht snikkend. Op zijn gemak trok Mark zijn - inmiddels van zweet doordrenkte - kleren uit en zette haar op handen en knieën vóór zich. Ze brulde nog één keer, toen hij zich zonder enige voorbereiding tot aan de wortel haar lichaam in boorde...
Frodo © |