Lucy Wentworth had zich in een hoekje van de Internationale afdeling van de Liverpoolse bibliotheek genesteld. Ofschoon de ronde wanden van deze zaal elk geluid weerkaatsten, vond ze dit toch een rustiger plekje dan de eigenlijke leeszaal die op dit tijdstip bevolkt werd door scholieren met lawaaïge walkmans. En op de internationale afdeling kwam bijna nooit iemand. Even verderop zat een medewerkster van de bibliotheek boeken te sorteren en ergens rechts van haar zocht een wat oudere man langs de planken. Verder was er niemand.
Ze was zo verdiept in haar boek dat ze de gestalte naast haar pas opmerkte toen hij vlak naast haar stond. Ze schrok op en keek omhoog. Het was de man die net nog verderop aan het zoeken was geweest.
"Ik ben bang dat ik net achter je moet zijn," zei hij bijna verontschuldigend, "Mag ik even?"
Met een "Natuurlijk!" schoof Lucy wat naar voren en boog wat voorover om hem wat meer ruimte te geven. Even schoot er een felle pijn door haar nek en dan... voelde ze niets meer.
Ze merkte ook niets van de consternatie bij het bibliotheekpersoneel toen de oudere heer meldde dat hij een bewusteloos meisje had gevonden. Ze hoorde de aanzwellende sirene niet, voelde niet hoe ze op de brancard getild werd. Ze sliep de slaap der onschuldigen, ook toen de ambulance - nu met uitgeschakelde sirene - de oprit met de borden "Emergency Entrance" bij het ziekenhuis passeerde en de snelweg naar het noorden op reed, de stad uit...
-/-
Jason vervloekte het feit dat hij zijn regencape in het pension had laten liggen. Het miezerige weer had zijn joggingpak tijdens zijn sluiptocht over de brug naar Roydon Castle bijna doorweekt en het zag er niet naar uit dat het weer beter zou worden. De regen had de rotsen nog glibberiger gemaakt dan de vorige keer en het kostte hem alle moeite om niet omlaag te storten.
Even later vloekte hij hartgrondig: Het gat in de muur was vakkundig dichtgemetseld...
Heel even kwam het bij hem op om terug te gaan en het hele gebeuren maar verder te laten voor wat het was, toen hij zich het mailtje herinnerde met het verhaal over de driijfjacht in het bos. Als ze dat meisje met paarden achterna gegaan waren moest dat het bos zijn dat even voorbij het parkeerterrein begon. Het enige andere bosachtige gebied lag aan de andere kant van het meer.
Een half uurtje later liep hij tussen de bomen waar het nog betrekkelijk droog was. Maar midden in de nacht naar sporen zoeken met een klein zaklampje viel nog niet mee. Hij struikelde meermalen over omgevallen bomen en uitstekende wortels en bleef om de haverklap in het spinrag hangen. Hij was blij dat het inmiddels al wat lichter begon te worden.
Plotseling spitste hij de oren. Een auto? Hier? Hij was minstens een paar kilometer van de slingerweg die naar het kasteel leidde verwijderd en behalve een paar wandelpaden waren er in dit gebied met zijn steile heuvels geen begaanbare wegen.
Of toch wel? Eeven verderop doemden de koplampen van een auto op die zich met een kalm vaartje tussen de bomen voortbewoog. Jason kon nog net de contouren van een witte bestelbus onderscheiden voor deze zich in het niets leek op te lossen...
-/-
De ziekenhuiskamer was net groot genoeg voor vier bedden waarvan Lindsay er een in beslag nam. Fel TL-licht scheen neer op de fantasieloze ruimte waarvan de raamloze muren geen decoraties droegen. Er waren ook geen gordijnen die de privacy beschermden, wel een af en toe ronddraaiende beveiligingscamera aan het plavond.
Toen ze pas wakker werd, had ze zich gebroken gevoeld maar de medicijnen - door een eeuwig zwijgende verpleegster drimaal per dag ingespoten - deden hun werk al gauw en eerlijk gezegd genoot ze wel van de rust. Tegenover haar lagen twee Russische meisjes die maar twee woorden engels spraken. Naast haar een Amerikaanse die hoogzwanger was. Haar enorme buik deed het laken waaronder ze lag sterk opbollen. Ze had ook vanaf het eerste moment dat Lindsay wakker was te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan welke vorm van communicatie dan ook dus restte haar niet veel anders dan slapen en dagdromen. En de ijzeren boeien om haar polsen en enkels vervloeken die door middel van korte kettingen aan de spijlen van het bed waren bevestigd.
Plotseling werd de deur opengesmeten en een heel legertje mensen stormde naar binnen: Twee vrouwelijke en twee mannelijke verplegers, een man in een witte jas met een mondmasker voor, een jongen met 'n enorme filmcamera op zijn nek en tenslotte een in het zwart gestoken figuur met een beulskap op. Ze stelden zich rond het bed naast dat van Lindsay op en deden iets wat een metaalachtig gerammel veroorzaakte. De jongeman vouwde een statief uit en zette dat, met de camera er op, aan het voeteneind neer.
Toen de anderen wat achteruit stapten zag Lindsay dat haar buurvrouw naakt en wijdbeens aan een aantal beugels vastgemaakt was. Zelfs haar armen waren gespreid vastgebonden. Ze protesteerde ook luidkeels: "Wat doen jullie? Laat me met rust. Wat willen jullie van me?"
Als antwoord werd er een soort rubber bal in haar mond gepropt en opgeblazen tot ze geen geluid meer kon geven. De arts gaf haar twee injecties in de bovenbenen en stapte achteruit: "Ze is er klaar voor!" klonk het van achter zijn masker. De man in het zwart, die zich met gekruiste armen naast de cameraman had opgesteld, knikte. Op dat moment begon het ingesnoerde lichaam op het bed te kronkelen, steeds met kortere tussenpozen. De Frog Juice deed zijn werk...
"Haal die bal uit haar mond," zei de man in het zwart, "Ik wil haar horen!"
Het meisje begon meteen weer te vloeken en te tieren waarop de man naar een van de verpleegsters knikte. Deze nam schrijlings plaats op het bed, tilde haar witte rokje op en duwde haar kruis tegen de schreeuwende mond. Even later werd haar plaats ingenomen door een van haar mannelijke collega's.
Lindsay kon niet kijken, wilde niet kijken maar telkens weer werd haar blik naar het tafareel naast haar getrokken. Terwijl de man in het zwart het meisje ruw vingerde, bleven de verplegers het meisje in haar gezicht verkrachten. De andere drie martelden haar borsten, met name haar tepels, met hun nagels of zetten deze in haar dijen die al gauw blauwe plekken vertoonden. Toen hun slachtoffer met een langgerekte kreet om genade smeekte, klommen de twee mannen nog één keer op het bed om hun zaad op haar bezwete gezicht neer te laten komen.
Even later sloeg de deur dicht. Van het meisje was alleen nog een zacht snikkend hoopje mens over dat, zonder ketenen ditmaal, haar armen beschermend om haar schokkende lichaam had geslagen.
Tot op het bot vernederd...
Frodo ©
|