Het kamertje waar Armenia Gonzalez ontwaakte, was witgepleisterd en raamloos. Het enige meubilair bestond uit de met rood leer beklede onderzoekstafel waar ze op lag. Het licht kwam van een koperen bulle-oog aan het koepelvormige plafond. Toen ze overeind probeerde te komen, merkte ze dat haar polsen met stalen, scharnierende handboeien aaneen gesloten waren.
Met enige moeite ging ze zitten en bekeek met een mengeling van angst en nieuwsgierigheid de schitterende, hagelwitte bruidsjurk die 'men' haar aangetrokken had en kwam tot de ontdekking dat ze geen ondergoed droeg. Wat was er in vredesnaam gebeurd sinds ze - hoe lang geleden? - in het studielokaal flauwgevallen was?
Toen het bonzen in haar hoofd ophield, klauterde ze van de tafel en duwde tegen de enige deur die de kamer rijk was. Hij zat muurvast en aan deze kant zat geen klink. Ze hadden haar dus opgesloten, maar waarom? En vooral: Wie?
Buiten hoorde ze voetstappen naderen. De deur zwaaide open en twee mannen in zwarte uniformen en zwarte kappen over hun hoofd grepen haar zonder iets te zeggen beet en sleurden haar de gang op. Armenia stribbelde tegen maar gaf het al gauw op: Ze was geen partij voor die twee, dus liet ze zich meevoeren: een paar lange gangen door, een wenteltrap af. "Speciaal Transport" mompelde één van de twee mannen als ze weer een Wachter moesten passeren. Deze keek Armenia dan even doordringend aan en maakte dan snel plaats om hen door te laten.
Naarmate ze verder afdaalden steeg Armenia's angst: Tussen het gezang van een koor door klonk af en toe een hoog gegil. Na de laatste deur werden al haar angsten bevestigd: Met openvallende mond staarde ze naar de tafarelen des doods in de nissen boven hen, dan naar het marteltuig om hen heen.
"Nee!" gilde ze nu, uit alle macht worstelend om vrij te komen, "Laat me gaan, laat me los!" maar ze werd zonder veel omhaal de zaal in gesleept.
Even verderop stond een grote groep mannen met dezelfde kappen op als haar begeleiders. Toen de kring uiteenweek ontwaardde ze nog een kring van kaalgeschoren en geringde meisjes die op hun knieën voor de wachters zaten. In het midden lag 'n enorm, vierkant rotsblok waaraan dikke kettingen bevestigd waren. De donkere vlekken op de ruwe steen spraken boekdelen.
Armenia zette het weer op een gillen, maar ze kon niet verhinderen dat ze ruggelings op de rots gelegd werd. Haar handboeien werden vervangen door gietijzeren exemplaren die haar ledematen uiteen trokken tot ze volkomen weerloos was. Op dat moment trokken de Wachters zich weer terug. Een andere man, ook met beulskap maar met ontbloot bovenlijf stapte naderbij. In zijn stevige knuisten hield hij een glanzend, vlijmscherp zwaard dat hij nu op haar richtte...
-/-
Met een schok werd Mark Hamill wakker. Grommend zag hij op de wekker dat het nog maar drie uur 's nachts was. Dit was de zoveelste keer dat hij met DIE blik op zijn netvlies ontwaakte: Die gezwollen meisjesogen die hem verwijtend aankeken.
Omdat hij toch niet meer kon slapen, besloot hij zich aan te kleden en een wandelingetje te maken waarbij hij zich, eigenlijk zonder het te beseffen (of misschien ook wel) in de richting van de ziekenzalen bewoog. Lucy was in diepe slaap. Ze ademde rustig, zich niet bewust van zijn aanwezigheid. Net als bij de andere patientes waren haar ranke polsen stevig aan het bed geketend.
Zwijgend schoof Mark het laken omlaag en bewonderde haar slanke lijfje. De meeste blauwe plekken waren inmiddels verdwenen en ook van de schrammen was niet veel meer te zien. Maar de echte wonden, zo wist hij, zaten diep van binnen.
Plotseling sloeg ze haar ogen op, schrok even maar tot zijn verrassing glimlachte ze. "Hoi!" zei ze zacht, "Ik wist niet dat je nachtdienst had!"
Het drong ineens tot hem door dat ze hem hier al eerder gezien moest hebben toen hij Frog Juice bij haar lotgenotes inspoot. Waarschijnlijk had ze geen flauw benul van wat het spul deed en zag ze hem als een normale verpleger.
"Ik weet dat ze jou ook alleen maar gestuurd hebben," fluisterde ze nu, "Ik verwijt jou niets hoor!"
"Dank je. Gaat het inmiddels al wat beter?"
Ze rekte haar lichaam even, zacht kreunend: "Ik overleef het wel, ook al waren ze behoorlijk bruut. Collega's van je?"
Mark wist niet wat hij hoorde. Was dit hetzelfde meisje dat door hem persoonlijk naar de slachtbank was geleid? Naar haar beulen die haar urenlang verkracht hadden? Maar ze keuvelde door alsof er niets gebeurd was...
"Ik kan niet te lang blijven," zei hij met een knikje naar de camera die aan het plafond hing, "Maar ik kan zo nu en dan wel eens langswippen zo lang als je hier bent."
Lucy schudde haar hoofd: "Ik hoorde de arts zeggen dat ik morgen wegga, naar Nivo 1. Wat is dat?"
"Een soort bordeel. Ik had liever gezien dat je in mijn buurt bleef..."
"Ik overleef het wel. Jij niet als je nog langer blijft!" ze kon zelfs een lachje tevoorschijn toveren, "Ga maar, we zien elkaar nog wel!"
Verbluft liep hij de gang weer op...
-/-
De klas van Mevrouw Piekhaar, zoals Lindsay haar in stilte gedoopt had, leerde snel. Geen wonder want fouten werden, zoals ze al beloofd had, onmiddellijk bestraft. Een stroomstoot of een paar zweepslagen had je zo te pakken - ook zij had al een paar onverwachte, felle meppen in ontvangst mogen nemen. De ergere straffen had ze gelukkig weten te vermijden. Naast de betegelde hoek hing een brandslang waarmee het slachtoffer letterlijk met ijskoud water platgespoten werd en één keer had een meisje het zo erg gemaakt dat ze een uur lang liggend in de lage kooi opgesloten werd, een kooi die een bed van vers geplukte brandnetels als bodem had...
Ze was ook verhuisd naar de slaapzaal van de Adspirant Assistentes. Dezelfde britsen als voor de schoonmaakploeg maar hier stond in het midden een ijzeren paal met een ring op ongeveer twee meter hoogte. Elke avond werd door de Wachters uitgemaakt wie van hen zich het slechtst gedragen had. Vervolgens werd het slachtoffer met een touw aan haar polsen aan die ring gebonden, ontving 20 slagen met de karwats en mocht daar tot de volgende ochtend blijven hangen. Elke avond weer was er dat zenuwslopende moment van de Keuze en voor Lindsay - tenminste tot nu toe - de opluchting...
Deze middag - als het al middag was, Lindsay was het besef van tijd in deze daglichtloze ruimte al een tijdje verloren - leek anders dan anders. Mevrouw Piekhaar had halverwege de les de Wachters naar buiten gestuurd en tijdens haar betoog flikkerden haar ogen op een manier zoals ze nog niet eerder had gezien.
"Het gebeurt niet vaak kindertjes (was dat een manier om ze nog verder omlaag te trappen? Door hen met 'kindertjes' aan te spreken?) maar soms, heel soms krijgen we ook damesbezoek. En ik wil dat jullie ook dáár op voorbereid zijn. AF die doeken en in stellen tegenover elkaar staan!"
Haastig deed het groepje - er waren inmiddels nog twee nieuwelingen gearriveerd - wat hen bevolen werd. De aankondiging was duidelijk genoeg geweest, de vraag was nu wat de gevolgen zouden zijn...
"Degenen die naar mijn linkerkant kijken wijdbeens op de grond, de anderen met hun kop er tussen en likken. Opschieten!"
Lindsay voelde zich door de grond gaan. Ze had zich al heel wat aan laten doen, maar dit was haar grens. Nooit, NOOIT zou ze iets met een ander meisje doen.
Iets uit een grijs verleden hield haar tegen...
Jij daar! Ze kromp ineen. Mevrouw Piekhaar had haar aarzeling opgemerkt. Rondom hen waren de andere meiden bezig. Alleen het meisje tegenover Lindsay lag een tikje verdwaasd om zich heen te kijken, zich van geen kwaad bewust.
"Geen trek vandaag?" fluisterde Piekhaar, Lindsay's hoofd achterover dwingend. "Ik zou maar aan het werk gaan als ik jou was..."
Lindsay liet zich op haar knieën vallen, zocht naar een plek om haar handen neer de leggen, balde ze dan tot vuisten en schudde haar hoofd.
Nee, DAT niet...
Geïnteresseerd kwam Piekhaar nogmaals naderbij en zette zich vlak naast Lindsay, benen een tikje gespreid, vuisten in de zij.
"Geen interesse in de les van vandaag?" informeerde ze vals. Lindsay schudde haar hoofd, onmachtig iets te zeggen. Bedachtzaam bracht Piekhaar haar handen naar de sluiting van haar rok, trok deze los en liet hem vallen. Daar onder was ze naakt en haar kleine schaamlippen hadden zich als een snel ontluikende bloem geopend, kloppend als een paar kleine bloedrode hartjes.
"Probeer het hier dan maar eens kleintje," gromde Piekhaar dreigend, en tegen de anderen: "Sta haar maar eens bij als assistentes. Jullie hebben nu wel genoeg geleerd!"
Frodo ©
|